Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En denkt niet de een des anderen kwaad in ulieder hart; en hebt een valsen eed niet lief; want [33]al deze zijn [dingen], die Ik haat, spreekt de HEERE. 33. Of, alle dezen zijn het die Ik haat. En derhalve, wil de Heere zeggen, behoordet gijlieden dezelve ook te haten.